Aan de zuidzijde kenmerkt de locatie zich door een groenstructuur met zes monumentale Moeraseiken. Aansluitend op de bestaande groenstructuur zijn de nieuwe woongebouwen in een L-vorm gesitueerd. Hierdoor ontstaat aan de westzijde ruimte voor een semi- publiekstoegankelijke tuin, die aansluit op de bestaande groenstructuur. Door deze uit te breiden langs de monumentale moeraseiken wordt de bestaande groenstructuur versterkt.
Aan de zuidzijde is de bebouwing geplaatst op de gevelrooilijn van het naastgelegen gezondheidscentrum, waarbij afstand wordt ingenomen ten opzichte van de bestaande bomen en het zicht op de nabijgelegen molen. Aan de noordzijde is een nieuwe groene zone gemaakt als buffer tussen de nieuwe woongebouwen en de bestaande woningen.
Hoewel de bebouwing zich bovengronds manifesteert als twee separate gebouwen, zijn de woongebouwen ondergronds met elkaar verbonden via een gemeenschappelijk souterrain. Een groot deel van het parkeerprogramma vindt onder de grond plaats. Hierdoor blijft het aantal parkeerplaatsen op het maaiveld beperkt. Dit maakt het mogelijk om het omringende maaiveld kwalitatief in te richten met een (semi) publieke tuin en diverse aantrekkelijke groenelementen.
Het publieke parkeerprogramma is zorgvuldig ingebed op het maaiveld en sluit aan op de parkeervoorziening van het naastgelegen gezondheidscentrum. Dit vereenvoudigt het dubbelgebruik van deze parkeervoorziening door bezoekers van het gezondheidscentrum. Door hierbij het parkeerprogramma op het buurperceel minimaal te herschikken, is het mogelijk om de hoeveelheid in- en uitritten te reduceren. Dit bevordert de verkeersveiligheid in de wijk.
Van de 48 appartementen hebben er maar liefst 44 een eigen balkon of terras. De overige appartementen hebben een Frans balkon. De woongebouwen hebben een alzijdige gevelopzet die zich richt naar de groene omgeving. De ruime balkons beschikken over geïntegreerde groenelementen. Dit biedt bewoners de mogelijkheid om hun eigen stukje tuin te creëren, wat positief bijdraagt aan het welzijn en de verbondenheid met de natuur.
In beeld worden de individuele woongebouwen verbonden met een bakstenen bandraster van duurzaam EcoBrick. Dit samenbindende bandraster is ingevuld met houten gevelaccenten van lokaal geproduceerd Peppelhout. Aan de bovenzijde introduceert het bandraster een tweede daklijn, die de gebouwhoogte reduceert. Plaatselijk ‘schuift’ het bandraster naar het maaiveld, waardoor een colonnade ontstaat tussen de woongebouwen. Hier bevindt zich het gemeenschappelijke entreegebied, gemarkeerd door een rustgevend waterbassin als referentie naar de voormalige zwembadlocatie. Deze buitenruimte vormt de centrale ontmoetingsplek voor bewoners van de woongebouwen. Die draagt bij aan de gemeenschappelijke identiteit en draagt trots de naam van de gebouwen: DE BADMEESTERS
De twee woongebouwen van DE BADMEESTERS vormen in beeldtaal familie van elkaar, maar zijn in plattegronden en kleurstelling verschillend. Deze woongebouwen – één met roodbruin metselwerk en de ander met grijsbruin metselwerk – treden met elkaar in dialoog. Het weelderige groen van het natuurdak dat boven de dakrand uitsteekt, vormt hierbij een speelse haarlijn die de contouren van de gebouwen verzacht.
Zo staan de kloeke bakstenen gebouwen als stoere badmeesters aan de rand van het water. Elk met hun eigen karakter, de wacht te houden over de dromen en verhalen van de bewoners.